Er is sprake van infiltratie wanneer een niet-blaartrekkende oplossing of geneesmiddel onbedoeld wordt toegediend in weefsel rondom de katheterlocatie, terwijl er sprake is van extravasatie wanneer de oplossing of het geneesmiddel blaartrekkend is.2* Wanneer dit gebeurt, kan de patiënt last krijgen van oedeem, pijn, verandering van kleur van de huid en vochtlekkage vanuit de inbrengplaats van de katheter, ook kan de extravasatie zich ontwikkelen tot blaarvorming en ulceratie.2** Infiltratie of extravasatie kan het gevolg zijn van een reeks aan problemen, zoals een ongeschikte inbrengplaats, onvoldoende stabilisatie, problemen met het verkrijgen van toegang, medicatie die de pijnsensatie verandert, ziekte die resulteert in een veranderde vasculatuur, gebruik van diepe venen met onvoldoende katheterlengte en het onvermogen van de patiënt om hun klachten te uiten.2†
2*. Infusion Therapy Standards of Practice. J Infus Nurs. 2021; 44(1S): S206, S207.
2**. Infusion Therapy Standards of Practice. J Infus Nurs. 2021; 44(1S): S143.
2†. Infusion Therapy Standards of Practice. J Infus Nurs. 2021; 44(1S): S142.