Jaarlijks worden meer dan 12,7 miljoen zorgverleners in Europa, inclusief 7,3 miljoen verpleegkundigen, blootgesteld aan carcinogene, mutagene en reprotoxische geneesmiddelen.1 Deze blootstelling vormt een risico voor zowel gezondheidsproblemen op de korte als op de lange termijn, zoals hoofdpijn, haaruitval, misselijkheid, orgaanschade, reproductieve problemen,2,3 ontwikkelingsstoornis, genetische problemen en zelfs kanker.4
Om deze risico's aan te pakken, moeten zorginstellingen nieuwe normen, richtlijnen en aanbevelingen toepassen, en de beschikbare veiligheidshulpbronnen gebruiken om mogelijke risico's in verband met het werken met schadelijke geneesmiddelen te voorkomen. Deze normen bevelen het gebruik van een CSTD-hulpmiddel (Closed System for Drug Transfer, gesloten systeem voor geneesmiddeloverdracht) aan bij het samenstellen van schadelijke geneesmiddelen wanneer de doseringsvorm het toestaat. CSTD's moeten ook worden gebruikt bij het toedienen van antineoplastische schadelijke geneesmiddelen wanneer het doseringsvorm dit toelaat. 5,6,7